SV | Toen riep Jozua, de zoon van Nun, de priesters, en zeide tot hen: Draagt de ark des verbonds, en dat zeven priesters zeven ramsbazuinen dragen, voor de ark des HEEREN. |
WLC | וַיִּקְרָ֞א יְהֹושֻׁ֤עַ בִּן־נוּן֙ אֶל־הַכֹּ֣הֲנִ֔ים וַיֹּ֣אמֶר אֲלֵהֶ֔ם שְׂא֖וּ אֶת־אֲרֹ֣ון הַבְּרִ֑ית וְשִׁבְעָ֣ה כֹֽהֲנִ֗ים יִשְׂאוּ֙ שִׁבְעָ֤ה שֹֽׁופְרֹות֙ יֹובְלִ֔ים לִפְנֵ֖י אֲרֹ֥ון יְהוָֽה׃ |
Trans. | wayyiqərā’ yəhwōšu‘a bin-nûn ’el-hakōhănîm wayyō’mer ’ălēhem śə’û ’eṯ-’ărwōn habərîṯ wəšiḇə‘â ḵōhănîm yiśə’û šiḇə‘â šwōfərwōṯ ywōḇəlîm lifənê ’ărwōn JHWH: |
Toen riep Jozua, de zoon van Nun, de priesters, en zeide tot hen: Draagt de ark des verbonds, en dat zeven priesters zeven ramsbazuinen dragen, voor de ark des HEEREN.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen riep Jozua, de zoon van Nun, de priesters, en zeide tot hen: Draagt de ark des verbonds, en dat zeven priesters zeven ramsbazuinen dragen, voor de ark des HEEREN.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!